Het Fochplein in Leuven
Binnen in de kerk van Genoelselderen
De opgravingen in Maasmechelen (Mottenkamp) 2011-2012

Diensten: wat kunnen wij voor u doen?


Om het bedreigde archeologisch erfgoed zo goed mogelijk te evalueren en vervolgens te onderzoeken, legt het Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed verschillende onderzoeken op. Hieronder krijgt u een overzicht van deze onderzoeken die wij voor u kunnen uitvoeren.



Archeologische veldverkenning


Archeologische veldverkenning of prospectie houdt onder andere in dat allereerst een archeologische inventaris wordt opgemaakt van reeds gekende sites en historische relicten. Vervolgens worden hieraan de gegevens van de topografische en bodemkundige kaart gekoppeld om een eerste evaluatie te maken van potentieel interessantere zones. Een prospectie houdt verder in dat het terrein door één of meerdere personen wordt afgewandeld (tussenafstanden van 5-10 m) en alle aanwezige archaeologica (scherven, silex, metalen voorwerpen, …) worden ingezameld. Op basis van de verkregen resultaten wordt een verwachtingskaart opgemaakt voor het projectgebied.



Archeologische inventarisatie


Archeologische inventarisatie omvat het opstellen van een inventaris van reeds gekende sites en historische relicten, al dan niet gekoppeld aan de gegevens van de topografische en bodemkundige kaart.



Advisering


Onze medewerkers hebben ruime ervaring aangaande het opstellen van adviezen in verband met (voor)onderzoeken. Dit kan zowel gaan over de uitwerking van de voorwaarden voor een archeologische opgravingen, als het zoeken naar mogelijkheden tot bewaring in situ van de vondsten (wat uiteraard een hele kost kan schelen).



Metaaldetectie


Zowel in het kader van een archeologisch vooronderzoek als een opgraving wordt vaak opgelegd dat de vrijgelegde vlakken worden onderzocht met een metaaldetector. Hierdoor kunnen ook munten, sierraden en andere voorwerpen gevonden worden die anders misschien niet werden opgemerkt. Vaak zijn deze metalen voorwerpen een goede bron om het archeologisch ensemble preciezer te dateren.



Archeologisch vooronderzoek (proefsleuven of kijkvensters):


Om een eerste evaluatie te kunnen maken van de ondergrond van een terrein, wordt vaak opgelegd dat een proefsleuvenonderzoek dient uitgevoerd te worden. In vele gevallen omvat dit het graven van lange parallelle sleuven over het volledige terrein met een tussenafstand van 12-15 m. Hiermee wordt ongeveer 10-12% van de te onderzoeken oppervlakte onderzocht.

Het graven van de proefsleuven gebeurt door middel van een graafmachine met platte bak. In overleg kan ook de opdrachtgever deze graafmachine voorzien.

Indien archeologische resten worden aangetroffen, worden deze topografisch ingemeten. Eventuele vlakvondsten (en soms ook reeds het couperen van een aantal sporen) helpen bij een eerste interpretatie en datering van de aangetroffen sporen.

Indien dit op het terrein noodzakelijk wordt geacht, kunnen de proefsleuven plaatselijk uitgebreid worden tot kijkvensters (doorgaans 10 x 10 m).

Het resultaat van dit onderzoek is een advies naar het Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed, waarin suggesties worden gedaan voor vervolgonderzoek, of de (gedeeltelijke) vrijgave van de terreinen.



Boringen


Soms wordt het nuttiger geacht (meestal bij prehistorische sites) om een booronderzoek uit te voeren. Dit kan zowel gericht zijn op het vaststellen van (silex)concentraties als op het vaststellen van de gaafheid van het bodemprofiel.

Ook hier is het resultaat een advies met suggesties over vervolgonderzoek of de (gedeeltelijke) vrijgave van het terrein.



Archeologische opgravingen


Afgaande op de bijzondere voorwaarden die het Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed oplegt, dient een opgraving uitgevoerd te worden. Bij een vlakdekkende opgraving wordt het terrein gefaseerd onderzocht en worden alle aanwezige sporen ingetekend, gefotografeerd, beschreven en maximaal geregistreerd. Het doel van een opgraving is een in situ site om te zetten in een ex situ archief. Onderzoek door huidige en toekomstige generaties blijft hierdoor mogelijk, maar ook de (bouw)plannen van de opdrachtgevers kunnen hierna uitgevoerd worden.

De personeelsbezetting en de termijnen voor een opgraving worden bepaald door het Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed.

Het resultaat van een opgraving is een rapport met de interpretatie van de vondsten en sporen. Voorts omvat dit een inventaris van alle foto’s, vondsten, plannen en sporen. Aan het einde van dit proces wordt is samenspraak met de opdrachtgever een oplossing gezocht voor de bewaring van de vondsten en het volledige opgravingsarchief.



Vondstverwerking


Onze medewerkers hebben de nodige ervaring met vondsten uit alle voornaamste archeologische perioden: steentijd, bronstijd, ijzertijd, Romeinse periode, middeleeuwse periode en post-middeleeuwse periode. Voor de materiaalcategorieën silex (vuursteen), Romeins aardewerk, middeleeuws aardewerk en post-middeleeuws aardewerk zijn bovendien interne specialisten in dienst. Daarnaast beschikken we over de interne expertise voor het refitten, conserveren, restaureren en tekenen van aardewerk. Ook is er een professionele fotostudio voor het fotograferen van vondsten.

De vondsten van opgravingen, maar ook reeds bestaande collecties, kunnen geïnventariseerd, gedateerd en van bibliografische verwijzingen voorzien worden. Indien gewenst, bestaat er voor de vondstcategorieën silex, Romeins aardewerk en (post-)middeleeuws aardewerk bovendien de mogelijkheid voor een diepgaande materiaalanalyse. Zo kan er gekozen worden voor het uitwerken van een vondstcatalogus. Ook een (herkomst)analyse van de grondstoffen en producten behoort tot de mogelijkheden. Hierbij wordt gewerkt met referentiecollecties (silex en ceramiek) en macroscopische en/of slijpplaatjes bakselanalyse (ceramiek). Een eventuele, uitgebreide ceramiekanalyse kan informatie opleveren over productieprocessen, distributiepatronen, ceramiekgebruik, functie van de site, status van de bewoners, etc.



Natuurwetenschappelijke onderzoeken


In vele gevallen zijn de natuurwetenschappen een goede hulp bij de interpretatie van archeologische sites. In onderling overleg met de opdrachtgever en de beheersarcheologen van het Agentschap R-O Vlaanderen, Onroerend Erfgoed kunnen wij voor u een onderzoeksprogramma samenstellen en daarvoor de nodige partners rond ons verzamelen. Onder andere volgende onderzoeken kunnen u worden aangeboden (niet limitatief):

  • Paleo-botanisch onderzoek (ook wel zeefstalenonderzoek): het onderzoek van macroresten afkomstig uit waterputten, beerputten, afvalkuilen. De al dan niet verkoolde zaden die in deze contexten terechtkwamen, leveren een uniek beeld van onder andere de oude voedingsgewoonten.
  • Pollenanalyses: dit onderzoek omvat de analyse van microresten die worden aangetroffen in onder andere waterputten, beerputten, afvalkuilen maar ook in grachten en beekafzettingen en kunnen een beeld schetsen van het historische landschap in de onmiddellijke omgeving.
  • Steendeterminaties: het juist identificeren van de verschillende steensoorten die op een site worden aangetroffen, kunnen een beeld geven in verband met de verspreiding van verschillende bouwmaterialen.
  • Archeozoölogisch onderzoek: de macroresten van dieren (botten, graten, …) levert een inzicht in de economie en/of voedingspatronen op een bepaalde site.
  • 14C-dateringen: aan de hand van deze dateringsmethode kan een vrij nauwkeurige datering van organisch materiaal bekomen worden.
  • Dendrochronologie: het tellen van de jaarringen en de vergelijking met gekende sequenties maakt het mogelijk houtmonsters te dateren.
  • Fysische antropologie: het onderzoek van menselijke resten, zowel van begraving als crematie.
  • ...